Geen producten in je winkelmand.
Peru staat bekend als het hart van het Incarijk, maar was ook de thuisbasis van vele andere culturen, lang voor de opkomst van het Incarijk. Al acht duizend jaar voor Christus woonden er jagers en verzamelaars in Peru. Van deze culturen tot ongeveer 2500 voor Christus, is maar weinig bewijsmateriaal. Door een klimaatverandering werd deze oorspronkelijke bevolking van de kustgebieden gedwongen zich te verplaatsen naar de vruchtbaardere gebieden, voornamelijk rivierdalen, in het binnenland.
De daarop volgende 1500 jaar ontwikkelden zich in Peru verschillende zogenoemde “pre-Inca culturen”.
De belangrijkste waren:
Mummy bij Nazca
De Paracascultuur (600 BC – 200 na Christus) bloeide op het schiereiland Paracas, tegenwoordig bekend als het departement Ica. Hun kennis van de geneeskunde was vergevorderd, zoals blijkt uit de resten van chirurgische ingrepen aan de hersenen. De lichamen van de overledenen werden gemummificeerd en op grote ondergrondse begraafplaatsen begraven. De mummies werden verpakt in luxe kleding en mantels en zijn goed bewaard gebleven dankzij optimale omstandigheden (droog woestijngebied), en dankzij de craniale trepanatie techniek. In de eerste fase werden de mummies in collectieve graven opgeborgen in grotten. Later werden mummies direct in de aarde begraven.
De Paracas waren ook meesters in textielbewerking ten tijde van de oude culturen in Peru. Ze gebruikten vicuña wol of katoen in vele kleuren. De meest voorkomende thema’s waren afkomstig van dieren, met daarin zowel antropomorfe en geometrische ontwerpen. Hun keramische kunst werd beïnvloed door de Chavin cultuur, bestaande uit eenvoudige vormen met veel kleuren en illustraties, evenals tekeningen vergelijkbaar met de Nazca cultuur. Hun keramiek werd gemaakt zonder mallen en gebakken in gesloten ovens. De economie was gebaseerd op landbouw en visserij. Ze blonk uit in landbouwactiviteiten door het gebruik van guano als meststof en in het intelligente gebruik van irrigatieaquaducten in woestijnachtige gebieden, voorzien van irrigatiekanalen.
Nazca lijnen
Bakermat van een van de grootste beschavingen van het oude Peru. De Nazca-cultuur bloeide van 100-600 na Christus in de buurt van de droge zuidelijke kust van Peru, in de valleien van Chincha, Pisco, Ica en Nazca. De Nazca waren sterk beïnvloed door de voorgaande Paracas cultuur. De Nazca beheersten vele ambachten en technologieën, zoals keramiek, textiel en geoglyphen, bekend als “The Nazca-lijnen”. Ze bouwden ook een indrukwekkend systeem van ondergrondse aquaducten. De Nazca-cultuur wordt gekenmerkt door zijn prachtige polychroom aardewerk, beschilderd met minstens 15 verschillende kleuren. De Nazca zijn ook bekend om hun technisch geavanceerde stoffen en kleding.
Deze stoffen werden meestal gemaakt door vrouwen uit gesponnen katoen en wol. De ultieme culturele expressie van deze beschaving zijn de indrukwekkende geoglyphs van Nazca, of “Nazca-lijnen”. Deze reusachtige geometrische vormen zijn tekeningen van dierfiguren (sommige zo groot als een voetbalveld) in de woestijn op het Nazca Plateau. Dankzij het droge woestijnklimaat zijn de lijnen in de afgelopen honderden jaren bewaard gebleven. De Nazca hadden veel gevoel voor stedenbouw. De citadel van Cahuachi was het culturele centrum, met van adobe (stenen gemaakt met klei) gebouwde huizen en ceremoniële piramides.
Van 1200-1465 na Christus ontwikkelde de Chimu cultuur zich in de valleien van Chicama, Moche en Viru. De Chimu breidden hun invloed uit naar het noorden richting het departement Piura en in het zuiden naar Carabayllo Valley in de buurt van Lima (Rimac dal). De hoofdstad was Chan Chan, dat op 5 km van het huidige Trujillo lag. Ze spraken Muchic en aanbeden de god Naylamp.
Beelden in Chan Chan Museum van Trujillo
De Chimu worden beschouwd als de beste goudsmeden uit de pre-Inca tijd. Ze gebruikten zeer geavanceerde technieken, zoals lamineren, schimmels, hameren, lassen, repousseren en andere. De beste voorbeelden van hun verfijnde technieken zijn de maskers, koninklijke hoofdbanden, kronen, oorbellen, ringen, en ceremoniële messen. Wanneer je deze wilt zien kun je terecht in het museum “Tumbas Reales de Sipan” in Lamabyeque, in het noordwesten van Peru.
Evenals de Nazca gebruikten de Chimu, adobe (stenen gemaakt van klei) voor hun gebouwen, forten en tempels. De Chan Chan citadel en Paramonga behoren tot de meesterwerken van de Chimu. Ze waren in staat gebruik te maken van hydraulische technologie in de irrigatie en bij waterreservoirs, kanalen en aquaducten. In keramiek, gebruikten ze slechts enkele kleuren: zwart, verschillende grijstinten, en soms bruin.
Binnenplaats Chavin de Huantar
De Chavin woonden van 1500 tot 300 voor Christus in de Andes vlakte, bij de rivier Marañon, de “Callejon de Huaylas” rond 1500 – 300 voor Christus en is daarmee de oudste pre-Inca cultuur. Aanvankelijk waren de Chavin voornamelijk jagers en verzamelaars. Later vormden ze een meer stedelijk centrum en ontwikkelden ze landbouwmethoden, hielden vee, deden aan textiel- en metaalbewerking. Zij begonnen religieuze rituelen uit te voeren en werden krijgers.
Tunnels Chavin de Huantar
De Chavin bereikten met hun architectuur een hoog niveau. In het hoogland van Peru ontwikkelden ze verschillende complexe architectonische innovaties om zich zo aan te passen aan de extreme omstandigheden. Hun uitstekende steenhouwerstechniek culmineerde in de bouw van uitzonderlijke tempels. Dit is het beste te zien op de archeologische site van Chavin, ooit het culturele centrum, Chavin de Huantar. De site bestaat uit verschillende indrukwekkende stenen tempels en tientallen stenen beelden. In de tempel van Chavin de Huantar bevinden zich de sculpturen van de beroemde lansen (ceremoniële messen van grote omvang), zoals de “Estela van Raimondi” en de “Lanzon Monolitico”. Historici zien hier een zekere gelijkenis met beelden die in Polynesië en op de Paaseilanden zijn gevonden.
Tiahuanaco is een pre-Inca cultuur die zich ontwikkelt van 400 voor Christus tot 120 na Christus. Ze bewoonden het Collao plateau, een gebied rond het Titicacameer. Hun gebied strekte zich uit van Arequipa aan de noordkust van Chili, tot in een groot deel van het huidige Bolivia. Hun culturele invloed reikte tot aan het noordelijke Andes gebergte en de kust van het huidige Peru. Het culturele centrum was gevestigd in de citadel van Tiahuanaco, in het tegenwoordige Bolivia, slechts een paar uur rijden van La Paz.
Wiracocha
De Citadel van Tiahuanaco, een pre-Inca stad, ligt op 21 km ten zuidoosten van het Titicacameer, net over de grens in Bolivia. In dit belangrijkste culturele centrum van deze beschaving staan grote stenen constructies: het fort van Acapana, het paleis van Calasaya, en de “Puerta del Sol” (Poort van de Zon).
De Tiahuanaco wijden zich voornamelijk aan de landbouw en veeteelt: quinoa (Peruaans graan), fokken van lama’s en alpaca’s en vissen in het Titicacameer. Ze ontwikkelden een soort veelkleurig, artistiek keramiek, waarbij ze voor de decoratie gebruik maakten van geometrische tekeningen. Ze ontwikkelden ook een aparte stijl in beeldhouwkunst met voorstellingen van antropomorfe godheden en maakten gebruik van kenmerken van katachtigen, slangen, en haviken. Sommige van de beeldhouwwerken zijn zeven meter hoog.